Kitchenesse

Dit is mijn ‘take’ op een oosterse noodlesoep. Ik bedacht het gerecht op een grieperige dag, dus de knoflook en de gember is zeker present. Pompoen is de basis van deze soep en verder heb ik snijbiet gebruikt uit mijn moestuin, want die had er al vroeg zin in dit jaar. Dit is net genoeg voor 4 personen.

Ingrediënten voor de soep:

• een grote oranje pompoen, in grove stukken met (eetbare!) schil
• twee kopjes gedroogde mungbonen (witte dal) een nachtje voorgeweekt
• een hele grote witte ui, (of twee kleinere uien) in kwartringen gesneden
• 500 gram groene snijbiet, gesneden, houd de stengels apart
• twee tenen knoflook, grof geraspt
• 4 cm gember, grof geraspt
• een misobouillonblokje (te koop bij de toko)
• peper en zout
• rijstmihoen (1 portie per persoon)
• sambal
• Japanse sojasaus
• een sappige citroen

Voor de omeletreepjes:

• 3 of 4 eieren
• een bakje kastanjechampignons, in plakjes gesneden
• heel veel groene kruiden uit de kruidentuin (lavas, dragon, peterselie, stengelui, marjolein, rode venkel, munt en dille)
• peper en zout
• een klontje roomboter

Je hebt verder nodig: een grote pan, een kleine pan en een koekenpan (voor de omelet, dus liefst met anti-aanbaklaag, anders wordt het een gevecht om hem los te krijgen!)

1. Kook de pompoen in een pan met water (precies zoveel dat de pompoen onder water staat, dat zal ongeveer 1 tot 1,5 liter zijn). Zet de mungboontje in ruim water op het vuur. Laat ze zachtjes een beetje gaar worden, maar zorg dat ze niet uit elkaar vallen! Het is niet erg als ze niet gaar zijn, mungbonen zijn rauw te eten (een uitzondering, dit moet je met andere bonen niet doen!)
2. Zet de kastanjechampignons in de koekenpan op laag vuur en hussel ze geregeld, gebruik geen boter. Het is de bedoeling dat ze zeker 2x zo klein worden, ze slinken doordat ze vocht verliezen.
3. Hak de kruiden uit de tuin grof en mix het in een kom met een vork door het ei, samen met wat peper en zout. Zet dit weg totdat de champignons donker en klein geworden zijn.
4. Als de kastanjechampignons genoeg geslonken zijn, dan roer je ze door het eimengsel. Smelt het klontje boter in de koekenpan en bak een mooie omelet. Gebruik het vuur wijs, niets ruikt zo onaangenaam als een aangebrand ei. Bak de omelet aan beide kanten goudbruin. Laat hem dan afkoelen in de pan.
5. Zet de grote pan op het vuur en kook het water, daar kook je daarna de rijstmihoen in. Die giet je vervolgens af en spoel je na onder de kraan.
6. Als de pompoen zo gaar is dat je je vork er eenvoudig doorheen kunt prikken, dan voeg je het misobouillonblokje toe en de ui, de knoflook en de gember. Breng de soep op smaak met peper en zout. Je kunt ook sambal gebruiken en een beetje Japanse sojasaus. Voeg de mungbonen toe met het kookvocht. Voeg ook de stengels van de snijbiet toe. Het blad bewaar je nog even, tot twee minuten voor het opdienen. Voeg ze dan toe aan de soep, roer het geheel goed door, proef en breng het nogmaals op smaak.
7. Snijd de omelet in repen van een halve centimeter dik. Deze repen serveer je apart.

Opdienen als volgt: miehoen in een soepkom, de soep erop, wat repen omelet, en knijp er wat sap van een citroen overheen. Je kunt naar smaak nog wat sambal en Japanse sojasaus toevoegen.

Ronald: “Dit is een recept dat beproefd is en menig mond al smakkend heeft doen stommen. Eén waarschuwing wil ik u echter meegeven, het komt niet zelden voor dat er om de laatste lepel gevochten wordt.”

Je hebt nodig:

• 1 gerookte makreel (ongeveer 300 gram), gefileerd en uitgeplozen
• 1 halve rode ui, gesnipperd
• 1 lente-ui, in fijne ringetjes
• ongeveer 5 cm van een komkommer, in fijne stukjes
• ongeveer 5 cm van een rode puntpaprika, in fijne stukjes
• 1 stengel bleekselderij, in fijne stukjes
• 1 eetlepel kappertjes, fijngehakt
• twee ansjovisfilets (op olie), in kleine stukjes
• 3 onafgestreken eetlepels romige mayonaise
• 2 mespuntjes kerrie
• 1 theelepel witte wijnazijn
• 2 theelepels limoensap
• ongeveer 5 druppels tabasco
• ongeveer 5 druppels Worchestershire sauce
• zout en peper

Eerst maak je de makreel schoon, velletje eraf, graatjes eruit… en dan kam je de makreel tot het een berg makreelpluis is. Snijd alle ingrediënten en gooi alles in één mengkom. Voeg de overige ingrediënten toe en meng het met een vork door elkaar tot het lekker smeuïg is. (Ronald: “Tot er een mooie gelijkmatige emulsie ontstaat…”) Voeg zout en peper toe naar smaak.

Serveertip:

Dit is een heerlijke salade op geroosterd brood voor bij de lunch. Het is helemaal hemels met stukjes avocado en een druppeltje limoen. De salade is ook lekker om zo te eten.

Ronald: “Wijntip: Pinot Gris of een Viognier.”

Benodigdheden:

Voor de poolish:
2 eetlepels gedroogde gist
4 eetlepels grof roggemeel
150 ml lauw water
een klein scheutje kombucha (ter activatie, kan ook een actief bier zijn)

Voor het deeg:
200 gram sojameel
200 gram roggemeel
100 gram maismeel
100 gram aardappelzetmeel
2 eetlepels xanthaangom
2 eetlepels fiber husk
20 gram broodverbeteraar
750 ml lauw water

Boekweitmeel om te bestuiven

Een kleine en een grote glazen kom, vershoudfolie en een bakplaat.

• Meng de ingrediënten voor de poolish in de kleine glazen kom. Zorg dat er genoeg ruimte is, want de poolish moet rijzen tot twee keer in omvang.
• Meng de droge ingrediënten voor het deeg in een grote glazen kom.
• Wanneer de poolish goed gerezen is, vermeng je deze met 250 lauw water tot een papje.
• Kneed het deeg met de aangelengde poolish en voeg nog ongeveer 500 ml water toe, tot het deeg net wat kleverig is en zijn massiviteit is verloren. Dit is belangrijk omdat het brood nauwelijks gluten bevat, wat maakt dat het niet zo makkelijk rijst.
• Laat het deeg zeker een uur rijzen. Omdat het deeg met roggemeel is gemaakt, moet het langer rijzen om de rogge goed verteerbaar te maken.
• Sla het deeg om op een bestoven oppervlak en vouw er een aantal stokken van. Leg de stokken op een ovenschaal en knip ze in om ze te verleggen tot een epi. Laat de broden onder een doek nog even rijzen tot ze weer wat soepeler aanvoelen. Verwarm nu de oven voor op 200 graden of gasstand 4.
• Wanneer je de broden soepel genoeg vindt om te bakken, zet je de oven op de hoogste stand en schuif je de bakplaat direct in de oven. De broden verwarmen nu geleidelijk tot een nog hogere temperatuur. Daarmee is er eerst nog wat meer ruimte om te rijzen, waarna ze een knapperig korstje krijgen. De broden moeten (afhankelijk van de dikte) 20 tot 30 minuten in de oven.

Tip: Benevel de ovenlucht voor het bakken of plaats een schaaltje met water onderin in de oven. Dit helpt het bakproces.

Epi: Je knipt met een schaar om de paar centimeter met een hoek van 45 graden in je brood, bijna tot op de bakplaat (die goed bestoven is met meel). Dan buig je de punt die is ontstaan naar links en schuif je het brood een beetje richting die plek. Dat doe je een paar centimeter verderop nog een keer, maar dan naar rechts… Schuif elke keer je brood lichtjes op, zodat het wat compacter wordt. Herhaal dit tot je aan het einde van het brood bent. Zie foto:

Benodigdheden:

Verwarm over voor op 180 graden.

200 gram universele glutenvrije bakmix (Peak’s)
2 eieren
Scheutje citroensap
Drie flinke eetlepels Griekse yoghurt
Scheutje olijfolie
Paar klein gesneden muntblaadjes
Snufje zout
Puntje vanille
Theelepel vloeibare honing
Bakpoeder 8 gram
Genoeg volle melk om een cakedeeg-achtig beslag te maken, het moet nog dik zijn!

Goed mengen, direkt in de grote pofferpan…
Paar keer draaien en dan nog 10 tot 12 minuten in de pan in de oven.

Genoeg voor 7 bolletjes…

Lekker met brie, clotted Cream, jam, honing, marmelade, beenham… Etcetera…

Ingrediënten voor twee:

2 eieren
100 ml dikke kokosmelk(room)
Een courgette
Een halve komkommer
Een blikje tonijn/zalm
Een net rijpe avocado
Een kopje gekookte afgekoelde rijst
Dille evt. gedroogd
Verse peterselie
Verse gember
Sap van een halve limoen
Mierikswortelpoeder
Citroengraspoeder
Zout en peper
Groene tabasco
Plantaardige olie

1: Meng de eieren met de kokosroom en wat zout en peper in een schaal.
2: Bak er twee omeletten van in een koekenpan met een goede anti-aanbaklaag.
3: Snijdt de courgette en de komkommer klein en de avocado in stukjes. Gooi deze in een slakom. Gooi de rijst erbij. En de tonijn uit blik (uit elkaar gehaald, niet als een brok…)
4: Meng alles samen met een stevige snuf mierikswortel- en citroengraspoeder, wat peper en zout, een heel klein blokje geraspte gember, de peterselie en de dille (kleingesneden)… En het sap van de limoen… Klaar.

Serveren met groene tabasco. Naar eigen smaak zelf toevoegen op tafel. Je kunt de sla in de omeletjes rollen…
Ook erg lekker met rauwe zalm!

Dit recept ontstond toen ik geen roomkaas in huis had maar wel kokosroom en gedroogde geraspte kokos. Het resultaat was een lekkere soufflé, nog vloeibaar aan de binnenkant, met een stevige taartrand eromheen. Soms gaat iets per ongeluk erg goed.

Ingrediënten:
150 gram pompoen in kleine blokjes (liefst een oranje pompoen waarvan de schil eetbaar is, die kun je dan laten zitten)
2 eieren
100 gram basterdsuiker
25 gram boter (zacht, tijdje buiten de koelkast gelegen)
150 gram zelfrijzend bakmeel
100 gram geraspte kokos
klein beetje citroenrasp, vijf keer raspen is genoeg
150 ml kokosroom van een goed merk (je wilt namelijk dikke room hebben)
snufje zout
kurkuma, anijspoeder, gemberpoeder, pimentpoeder en kruidnagelpoeder (tjenkeh)

Overige benodigdheden:
Twee grote kommen, een klein pannetje, een raspje voor de citroenschil, een staafmixer.

1. Zet de pompoenblokjes op het vuur en laat ze 20 tot 30 minuten gaar koken, blokje met de grootte van een suikerklontje zijn in 20 minuten zeker gaar.
2. Bereid ondertussen het deeg voor: Meng het ei, de boter, het bakmeel, het zout, de citroenrasp en de HELFT basterdsuiker in een kom tot een soepel deeg.
3. Als de pompoen gaar is giet je ze af en pureer je haar met een staafmixer, het is een kleine hoeveelheid, dus een smal vat (een mok bijvoorbeeld) kan helpen om de substantie goed te kunnen pureren. Ik houd altijd op met pureren als er nog een paar kleine stukjes schil zichtbaar zijn.
4. Klop in een tweede kom het ei en de andere HELFT van de basterdsuiker door elkaar, voeg de pompoen toe en mix deze er doorheen. Mix nu de kokosroom en de kokosrasp door het mengsel en voeg snufjes van de kruiden toe. Een snufje is minder dan een klein theelepeltje. Vooral met de kruidnagel moet je erg voorzichtig zijn. Uiteindelijk is het afhankelijk van je eigen smaak, proberen dus.
5. Bekleed met het deeg drie of vier aardewerken schaaltjes, die met een beetje boter zijn ingewreven, met een doorsnee van ongeveer 10 cm. Ze hebben ook van die bakjes voor tapas bij bijvoorbeeld de Xenos…  Die van mij heb ik ooit kado gehad van een vriendin, en die komen uit Frankrijk. Je kan ook kleine bakvormpjes pakken, liefst met een verticale rand. Zorg dat de randen van het deeg ietsje boven (o,5 cm) de rand van het bakje uit komen.
6. Vul de taartjes met het pompoen-kokosmengsel, tot ongeveer 1 cm onder de deegrand, en duw de deegrand iets van de rand van het bakje af, zodat het een beetje naar binnen wijst. Het krult nu een beetje ambachtelijk, ik houd daar wel van.
7. Zo gaan de pompoen-kokossoufflés in de oven, op 200 graden (hetelucht) voor ongeveer 20 minuten. Houd ze goed in de gaten, zodra de vulling bol gaat staan moeten ze nog zeker 5 minuten blijven staan, tot de bolling wat steviger is. Maak de deur niet open, het kan zijn dat de soufflé dan instort.
8. Iets laten afkoelen alvorens in het aardewerken bakje te serveren. Je kan ze ook warmhouden in een oven van 50/60 graden, maar niet te lang, anders drogen ze te ver uit.

Chai is een indiase drank van kruiden en theebladeren gekookt in melk. Ik drink het graag in de wintermaanden om lekker warm te blijven maar op een zomeravond, als je het koud hebt omdat de zon inmiddels onder is, is het ook een traktatie. Haardvuurtje of kampvuurtje… Het is mij om het even… Er zijn mensen die de chai laten afkoelen en kort vriezen om er een soort milkshake van te maken (dan moet je wel extra suiker toevoegen, want in de koude, gaat zoetheid iets verloren!) Ikzelf houd niet van koude chai, ik vind het een beetje tegen het principe van de verwarmende kruiden in gaan, om er een koele drank van te maken, maar ieder zijn ding!

Ik maak altijd een grote hoeveelheid kruidenmengsel vooraf in een pot die goed dicht kan, luchtdicht. Voor een pot met een inhoud van 0,5 liter heb je al flink wat kruiden nodig.

Als basis kan je kiezen voor je favoriete theebasis. Ik pak “Greenbush”. Dat is de groene thee van de rooibosplant. Maar rooibos of ceylon werkt even goed. Probeer thee te pakken die fijn van structuur is, een goedkoop pakje losse zwarte thee (supermarkt pickwick) is prima. De smaak van de kruiden overheerst uiteindelijk toch… Groene thee vind ik daarom ook niet zo geschikt, dat heeft vaak een milde smaak en gaat helemaal verloren in de heftige kruiden. Maar als je gaat experimenteren met chai, dan kan je ook hele andere combinaties bedenken met meer citrusachtige en frissere smaken, wie weet is groene thee dan wel de moeite waard… Ik daag je uit om een zomerse groene chai te bedenken… Ik zal er ook eens over nadenken.

Goed, ik neem een borrelglaasje als maat. Het gaat om de verhoudingen.

Je hebt nodig: Een goede vijzel (het liefst een grove), en een pot. Als je de chai wilt bereiden dan heb je nog een pan nodig met een pollepel en zeefje (theezeef is prima!).

8 borrelglaasjes fijne thee (zie hierboven)
4 borrelglaasjes “5 chinese kruiden” (te krijgen bij elke supermarkt, komt ongeveer overeen met 4 pakjes.
0,5 borrelglaasje “gemalen piment” (long tai)
0,25 borrelglaasje kaneel (gemalen)
handje kardamom (liefst heel, anders een borrelglaasje gemalen) voor in de vijzel
handje steranijs (liefst heel, anders een borrelglaasje anijs gemalen) voor in de vijzel
handje gedroogde sinaasappelschil voor in de vijzel
0,25 borrelglaasje zwarte peper
8 kruidnagels voor in de vijzel
2 vanillestokjes kleinknippen

Alles gooi je in de pot. De kruiden die in de vijzel moeten plet je eerst een paar keer en gaan er dan ook bij. Mix het geheel goed door elkaar en sluit de pot. Je kan het zeker een jaar bewaren.

Om de chai te bereiden kies ik het liefst sojamelk. Je kan ook magere sojamelk nemen, of geitenmelk, of koeienmelk, of paardenmelk… Wat je wilt…

Gooi twee onafgestreken theelepels chai op een halve liter melk in een pan en kook alles onder regelmatig roeren minsten 15 minuten. Het geheel verliest wat vocht als je het kookt, ik gooi er vaak een extra kopje water bij… Dat verdampt en dan houdt ik toch netjes een halve liter over… Na een kwartier, giet je het door een zeefje in een beker of glas om het op te drinken. Je kan een theelepel honing toevoegen. Dat is wel lekker en dan is het nog steeds niet heel erg zoet. Proef en pas het recept aan, zodat je de ideale verhouding krijgt, zoals jij het het lekkerst vindt. Deze verhoudingen vind ik toevallig lekker, maar dat zal voor iedereen anders zijn.

Je kan experimenten met rozenblaadjes en lavendel, gember, amandelessence, likeur… Vanalles… Leef je uit.

Dit recept is mijn favoriete soeprecept, ik maak heel erg vaak een klein portie (heb toch kervel in de tuin gezaaid) voor mezelf, lekker fris en toch een beetje zout op zonnige dagen!! En klaar binnen 10 minuten!

2 bosjes kervel
1 liter water
100 ml sojaroom
2 tot 3 groentebouillonblokjes van zonnatura (naar smaak)
eventueel een paar kastanjechampignons

En verder een grote pan, een plank en een mes.

1. Breng het water aan de kook en voeg de 3 bouillonblokjes toe.
2. Snijd de kervel fijn (en evt. ook de kastanjechampignons in heel kleine stukjes).
3. Gooi alles in het kokende water en voeg de sojaroom toe.
4. Laat alles een minuut of 3 doorkoken (niet langer dan 5 minuten!) en opdienen maar.

Jummie!

1 kilo half-om-half gehakt
1 grote ui
4 tenen knoflook
1 rol volkorenbeschuit
1 losgeklopt ei
50 ml sojaroom
halve prei
halve bloemkool
2 bospeentjes
een bosje selderie
100 ml water
olijfolie
salie, rozemarijn, lavas en peterselie
peper en zout

En verder een grote mengkom, een mes en een plank, een grote overschaal.

1. Verwarm de oven voor op 100 graden.
2. Snijdt de groenten allemaal fijn met de knoflook en de ui en de kruiden.
3. Verkruimel de beschuit in een grote mengkom tot het paneermeel is. Meng het peper en zout erdoorheen.
4. Voeg de groente toe en de overige kruiden, het water en het losgeklopte ei en de sojaroom en meng alles goed door elkaar.
5. Voeg het gehakt toe en kneed alles goed tot alle ingrediënten helemaal zijn verdeeld over het gehakt.
6. Vet de ovenschaal in met een dun laagje olijfolie.
7. Maak van het gehakt een soort bal en breng deze over in de ovenschaal, waar je hem een beetje vervormd tot een langwerpig brood.
8. Doe het gehaktbrood zeker 3,5 uur in de oven. Eventueel kun je er het laatste uur er omheen gewassen tomaten leggen die aan de bovenkant met een kruis zijn ingekerfd, besprenkeld met wat oregano, peper, zout en olijfolie.

Deze soep kan je bereiden met linzen of zonder linzen, met aardappel of zonder aardappel. Op die manier kan je er een maaltijdsoep van maken voor als je bijvoorbeeld kiespijn hebt en niet kan kauwen… 😉

2 grote courgettes
2 grote uien
2 tenen knoflook
1 kopje gedroogde linzen indien gewenst (die snel koken)
2 grote aardappels indien gewenst
2 groentebouillonblokjes, samen genoeg voor 1 liter, van bijvoorbeeld zonnatura (die zijn vegetarisch)
peper
zout
olijfolie

Verder heb je een grote pan nodig en een staafmixer, een plank en een mes.

1. Versnipper de uien. Klik hier als je niet weet hoe dat moet! en snijd de knoflook in kleine stukjes.
2. Zet een pan op het vuur met wat olijfolie en gooi de ui in de pan. Laat de ui even fruiten tot ze lichtjes van kleur veranderd en gooi dan de knoflook erbij. Laat het samen nog even doorfruiten (let op dat het niet aanbrandt!)
3. Was en snijd de courgette in grove stukken (je hoeft niets weg te gooien van de courgette, dus was hem goed voor je gaat snijden.) Schil en snijd eventueel ook meteen de aardappel in kleine blokjes.
4. Gooi de courgette (en de aardappel) in de pan erbij en laat het geheel nog heel even bakken terwijl je af en toe roert, tot het allemaal de bodem een keertje heeft geraakt.
5. Dan giet je er water bij tot alles NET onder water staat en je voegt de twee bouillonblokjes toe.
6. Breng alles aan de kook, zodra het kookt kan je ook de linzen toevoegen (als je ze dan pas toevoegt koeken ze niet op de bodem en brand alles minder snel aan).
7. Laat alles zo’n 10 tot 15 minuten koken, jas er dan met een staafmixer doorheen. Hoe lang je mixt is afhankelijk van hoeveel brokjes je nog tegen wilt komen, dat is persoonlijk. Mix door tot het voor jou ok is.
8. Voeg zout en peper toe naar smaak, en opdienen maar.